Laatst volgde ik een verdiepingscursus over het innerlijke kind in onszelf. Deze cursus wilde ik volgen om ermee te kunnen werken in de praktijk. Het werd een intense ervaring voor mezelf, want ik mocht het kleine meisje in mij omarmen. Als volwassen man of vrouw denken we vaak dat we geen kind meer mogen zijn.
We moeten sterk zijn en doen wat er van ons verwacht wordt. Maar hoe zit het dan met dat kleine jongentje of meisje binnen in ons? Steken we hen in de kast en sluiten we de deur? Of omarmen we hen op tijd en stond wanneer zij hierom vragen? Ze hebben ons namelijk veel te vertellen over de angsten, blokkades en pijnen waar we in ons leven tegenaan lopen.
Alleen vechten
Zelf ben ik als vierjarig kind ernstig ziek geworden en heb ik een aantal uren in een coma gelegen. Volgens de arts zou ik het niet halen. Dit was ook al medegedeeld aan mijn ouders. Ik heb toen moeten vechten voor mijn leven. Ook al waren mijn ouders continu in het ziekenhuis, toch moest ik dit gevecht alleen doen, ze konden niets voor mij doen. Ook mijn broer niet. De dag van de cursus besefte ik dat ook hij verdriet hierover bij zich draagt. Ik had epilepsie, en het eerste jaar lag ik regelmatig in het ziekenhuis. Ik kan me nog goed herinneren waar mijn bed stond, hoe ik vaak in een bolletje lag van de hoofdpijn na een aanval. Dat enkel de verpleegster met de zwarte haren mijn haar mocht wassen, dat ik absoluut niet op de slaapzaal wou liggen. Dat hoefde ook niet. Ik had steeds mijn eigen kamertje en mijn mama bleef bij me. In die periode heb ik onbewust het besluit genomen om meer beroep te doen op mijn mannelijke energie, met andere woorden te vechten en te strijden. Mijn vrouwelijke wezen duwde ik weg.
Mannelijke energie
Op de lagere school had ik het ook zeker niet makkelijk. Ik was een kindje dat gepest werd. Vaak lag ik bedolven onder een aantal jongens tijdens de speeltijd. Regelmatig kwam ik thuis na school met weer wat haren minder op mijn hoofd. Ik was de rare eend in de klas voor hen. Ik kon mij niet goed concentreren en zat dan ook vaak te staren, leren was moeilijk voor me. Hier ging mijn strijd gewoon verder en bleef ik mooi in die mannelijke energie hangen. In mijn pubertijd had ik het erg moeilijk met het feit dat studeren voor mijn broer vanzelf ging en voor mij absoluut niet. Ik wou net als hij ook graag naar de universiteit, maar dat was niet weggelegd voor mij. Jaren voelde ik mij minder dan mensen die een hoog diploma hebben.
Verdriet mag er zijn
De dag van vandaag weet ik wel beter en durf ik met trots te zeggen dat ik een hoog diploma behaalde op emotionele intelligentie, het in- en aanvoelen van mensen. Zien wat hun behoeften zijn en iets kunnen betekenen voor hen. Want universiteit of niet, rijk of arm: niemand heeft het recht zich beter dan de ander te voelen. Ik zat in de overlevingsmodus en ben daar heel veel jaren in blijven hangen, besef ik nu. Het kleine meisje in mij had in haar kindertijd best wel wat te verduren, maar negeerde dit bij het ouder worden. Eigenlijk snakte ze om door de volwassen vrouw die ze nu is omarmd te worden. En te horen dat het goed is: je verdriet van die jaren mag er zijn en een eervolle plaats krijgen in je leven.
En als we eerlijk zijn met onszelf heeft ieder wel zijn eigen verhaal over zijn innerlijke kind. Stop het niet weg, maar kijk het in de ogen en omarm het met veel liefde!